Geachte heer Bach, In de afgelopen decennia heb ik, bij het bestuderen en bewerken van uw muziek, zoveel vragen verzameld dat ik, zou het mij vergund zijn om eens een middagje met u door te brengen, niet zou weten waar te beginnen.
In 2020 werd ik door Kiki Raposo-de Haas, voormalig manager van Calefax, genomineerd voor de Akademie van Kunsten, de kunstpoot van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Ik werd zowaar uitverkozen, ongetwijfeld voornamelijk op basis van mijn werk voor Calefax. In maart zou ik toegelaten worden tijdens een feestelijk evenement, gevolgd door een diner waarvoor ook de (op dat moment circa vijftig) andere leden waren uitgenodigd. Ik verheugde mij zeer op de kennismaking met gerenommeerde kunstenaars uit de meest uiteenlopende gebieden: letteren, beeldende kunst, toneel, film, dans, architectuur, animatie en uiteraard de muziek.
Helaas werd het feestje verstoord door corona. De andere negen aspirant-leden en ik moesten het doen met een online feestje en een toegestuurd miniflesje prosecco.
Omdat ik voorzag dat dit nog wel even zou duren reageerde ik niet veel later positief op de oproep voor nieuwe bestuursleden van de Akademie – iets wat ik onder andere omstandigheden nooit gedaan zou hebben. Nu zou ik dan in ieder geval maandelijks intens contact hebben met medekunstenaars, al was het dan via beeldbellen. Ook tot het bestuur werd ik toegelaten, volgens mij met name vanwege mijn interesse in de ‘waarde’ van kunst. In het kader daarvan schreef ik voor het bestuur Kunst. De waarde van het nutteloze. Maar ik heb nog altijd geen idee hoe de waarde van kunst gedefinieerd kan worden. Zoals ik eerlijk gezegd ook nog altijd in het duister tast over waarvoor de Akademie van Kunsten eigenlijk precies is. Het is in elk geval een plek voor debat, over de rol van kunst. Voor mij biedt het bestuurslidmaatschap voorts een manier om de veilige, want intrinsiek abstracte omgeving van de instrumentale muziek te verlaten en mij bloot te stellen aan (gefundeerde) meningen over politiek, de maatschappij en onze rol daarin als kunstenaars. Het is nu al twee jaar een louterende ervaring: een plek waar ik uit mijn comfortzone stap en veel te leren heb. Daarmee is de waarde van de Akademie van Kunsten voor mij in elk geval duidelijk.
Geachte heer Bach, In de afgelopen decennia heb ik, bij het bestuderen en bewerken van uw muziek, zoveel vragen verzameld dat ik, zou het mij vergund zijn om eens een middagje met u door te brengen, niet zou weten waar te beginnen.
Notes are not tones. My philosophy about tones is that no notation is ever sufficient to describe a tone.
In 2020 werd ik door Kiki Raposo-de Haas, voormalig manager van Calefax, genomineerd voor de Akademie van Kunsten, de kunstpoot van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
I only started teaching when I was 47, following a request by the Royal Conservatoire The Hague. Until then, I had always considered myself too young to teach.
Leven is nutteloos. Het kan verrassend leuk zijn, maar niemand verplicht je ertoe: je kunt het ook niet doen. Hetzelfde geldt voor kunst.
In 2007 zag ik voor het eerst Pixar’s animatiefilm Ratatouille, waarin de Parijse rat Remy er in slaagt om de keuken van een bekroond restaurant over te nemen en succesvol te runnen.
In Calefax wordt veel gediscussieerd. Dat begon al toen we nog maar net op het conservatorium zaten, als gymnasiastenclubje dat zich eigenlijk te goed voelde voor de Hbo-opleiding.
The path to this recording was long, windy and fascinating. It started with the awareness that the cello suites provide exceptional playing material for saxophonists.
De weg naar deze opname was lang, bochtig en interessant. Het begon vanuit het besef dat de suites zulk subliem speelmateriaal vormen voor saxofonisten.
I see an arrangement as a new conception of an older musical idea. Staying true to the original musical message with new instrumental means it should give way to new aspects of the composition.
Ergens in het najaar van 1997 stond ik te plassen in een urinoir. Naast me stond Frans Brüggen te plassen, in een ander urinoir.
Even before I entered conservatory, it was clear there was one composer who stood head and shoulders above the rest: Johann Sebastian Bach.
Nog voordat ik naar het conservatorium werd het mij duidelijk dat er één componist was die boven alle andere verheven was: Johann Sebastian Bach.
De bizarre vermenging van zo’n hyperformeel staatsbezoek met het toch altijd wat slordige Azië, raar hoor.
Calefax beziet de muziekgeschiedenis als het smoelenboek van de grote sociëteit der componisten.
Paganini Plus is the follow-up of Paganini Caprices for Saxophone. This new collection I gathered and arranged in the last few years for performances with Hans Eijsackers.
Paganini Plus is de opvolger van Paganini Caprices voor saxofoon. Deze nieuwe collectie heb ik de afgelopen jaren verzameld en gearrangeerd voor optredens met Hans Eijsackers.
China kan alleen nog maar meevallen. De afgelopen maand heb ik zeker zes boeken gelezen over het land. Het beeld was niet positief.
The nineteenth century not only marks the birth of the saxophone, it also ushered in the unique phenomenon of the virtuoso-composer.
De negentiende eeuw bracht niet alleen de geboorte van de saxofoon, maar ook een nieuw fenomeen: de virtuoos-componist.
Why is it that singing is generally considered more personal than instrumental playing?