Bach Suites voor saxofoon

Bach Suites voor saxofoon

Deze cd draag ik op aan mijn vrouw Simone Noortman. Niet alleen is zij al ruim twintig jaar mijn belangrijkste metgezel in het leven, maar zij is, ook al is zij geen musicus, tevens mijn belangrijkste artistieke klankbord.

De weg naar deze opname was lang, bochtig en interessant. Het begon vanuit het besef dat de suites zulk subliem speelmateriaal vormen voor saxofonisten. Alleen vond ik lange tijd dat voor het spelen van Bach op saxofoon uitsluitend de licht klinkende sopraansaxofoon in aanmerking kwam wat ik lastig te rijmen vond met het instrument waarvoor ze geschreven zijn, de cello. Tijdens de voorbereiding op mijn vorige cd, met Bach’s vioolpartita’s (Challenge Classics, CC 72648), kwam ik erachter dat op een altsax, mits voorzien van een oud mondstuk, eenzelfde verfijnde articulatie mogelijk is. Oude mondstukken vertegenwoordigen een klankideaal uit vervlogen tijden, van toen de saxofoon nog niet werd gezien als ‘jazzinstrument’. Van daaruit groeide het idee om de suites te spelen op zes verschillende saxofoons die een bijzondere plek innemen in de saxofoonhistorie. Vervolgens heb ik lang gepuzzeld op een mooie verdeling van transposities en passend instrumentarium, waarbij het klankresultaat doorslaggevend was. Evenals bij Bach’s partita’s ben ik op zoek gegaan naar een zinvolle omgang met de meerstemmigheid en het kiezen van de hoofdlijnen. Uiteraard moest ik daarbij ook soms het notenweefsel veranderen, een werkwijze die ik beschouw als integraal deel van het arrangeerproces. Ik ben uitgegaan van het manuscript zoals opgetekend door Bach’s tweede vrouw Anna Magdalena Bach, algemeen beschouwd als de meest betrouwbare bron.

Parallel aan het arrangeren voltrok zich dus een zoektocht naar geschikte instrumenten. Bij het opnemen van de partita’s had ik een mondstuk gebruikt van de firma Buescher uit ca. 1920. Nu kocht ik een bijbehorend instrument, een True Tone uit 1926. Van deze klassieker zijn er extreem veel verkocht, ze zijn zelfs vandaag de dag nog makkelijk te vinden, en veelal in goede staat. Ook zette ik mijn C-melody (New Wonder Series I, 1922) in, van die andere grote Amerikaanse saxofoonfabrikant van weleer, Conn. C-melody-saxofoons waren onderdeel van de ‘saxophone-craze’ aan het begin van de 20e eeuw. Het was een zeer populair instrument, vooral voor thuisgebruik, vanwege het warme en intieme klankkarakter. Het grote voordeel was dat je er muziek op kon spelen zonder te hoeven transponeren.

Op advies van s­axofonist en verzamelaar Leo van Oostrom kocht ik een bijzondere tenor: een ‘Adolphe Sax’ Selmer uit 1932. In 1928 kocht Selmer, destijds al een fameuze fabrikant van blaasinstrumenten (vooral klarinetten), de restanten op van de fabriek die door saxofoonuitvinder Adolphe Sax rond 1840 was gestart en door diens zoon was voortgezet. Na een paar minder geslaagde pogingen om eigengemaakte saxofoons op de markt te zetten, had Selmer nu de beschikking over materiaal met het stempel van de oude meester zelf. Letterlijk, want de nummering van Sax staat in de body gestanst. Selmer voegde er een eigen nummering aan toe, alsmede eigen kleppen en knoppen en bracht een subliem instrument uit onder de naam van zijn uitvinder.

En toen bood mijn oud-docent Arno Bornkamp mij, heel genereus, plotseling de unieke kans om twee instrumenten te gebruiken uit zijn welhaast museale collectie: een Conn mezzosopraan in F en een rechte altsaxofoon van Buescher. Om aan te geven hoe gerechtvaardigd het is dat Conn hier vertegenwoordigd is met twee instrumenten: Conn had gedurende de periode vóór de grote beurskrach van 1929 een zes man sterke speciale afdeling die zich louter hoefde bezig te houden met instrumentale experimenten, het ‘Experimental Laboratory’. Vele eigenaardige saxofoonvarianten hebben daar het licht gezien. Met het vervaardigen van de alt in F (ook wel mezzosopraan genoemd) werd een oude droom van Adolphe Sax nieuw leven ingeblazen, namelijk om parallelle saxofoonfamilies te maken in respectievelijk Bes/Es voor de blaasorkesten en C/F voor het symfonische werk. Helaas maakte de Grote Depressie een einde aan dit saxofoonwalhalla, en momenteel zijn er nog slechts enkele honderden F-mezzo’s op de wereld. Het verhaal gaat dat deze instrumenten binnen de fabriek werden mishandeld om te dienen als oefenmateriaal voor leerling-reparateurs. Buescher, destijds de grootste concurrent van Conn, kwam met een eigen bijzonderheid: een alt die bijna geheel gestrekt was, dus zonder de karakteristieke pijpvorm. Buescher’s rechte alt (ook wel ‘stritch’) was echt een noviteit, een poging om de markt te bedienen met iets dat nog niemand maakte. Het klankkarakter is onvergelijkbaar met enig ander instrument; warm, diep en houtig. Heel passend bij de als ‘theatraal’ te boek staande vijfde suite. Beide instrumenten vonden weinig genade bij het grote publiek, waardoor de productie eerst stagneerde en daarna geheel werd stopgezet als gevolg van de economische malaise. Heden ten dage worden ze wereldwijd gezocht door collectioneurs.

Naast deze collectie antieke instrumenten bespeel ik sinds jaar en dag twee instrumenten die ik eveneens als uniek beschouw binnen de saxofoongeschiedenis: een Yanagisawa Elimona sopraan en een Buffet-Crampon Prestige alt. Na decennialang Selmer-modellen te hebben gekopieerd kwam Yanagisawa in 1985 als eerste met een sopraansaxofoon met losse en uitwisselbare nek. Vele fabrikanten hebben dit voorbeeld sindsdien gevolgd, waaronder Selmer zelf. Mijn geliefde Buffet-Crampon Prestige alt uit 1985 is de eerste saxofoon gemaakt uit het zachtere roodkoper. Was Buffet-Crampon vóór 1900 een pionier in de saxofoonwereld, daarna heeft het altijd een wat dubieuze koers gevaren in de fabricatie van saxofoons. Het Prestige-model staat echter geheel buiten discussie: dit is dé klassieke saxofoon bij uitstek, en daarmee zeer geschikt voor de grote uitdaging van dit cd-project, Suite 6, die vraagt om een moderne aanpak en qua klank dus een beetje een buitenbeentje vormt in deze collectie. Overigens vraagt deze cd van de luisteraar ook per suite een aanpassing aan het gehoor daar de zes saxofoons ieder een ideale stemming hebben die niet altijd overeenkomt met de gangbare.

De zes suites vormen hiermee een eerbetoon aan de zes mijns inziens historisch belangrijkste saxofoonfabrikanten van weleer: de Europeanen Adolphe Sax, Selmer en Buffet-Crampon, de Amerikanen Conn en Buescher en het Japanse Yanagisawa (waarbij ik graag aanteken dat ik op geen enkele manier gesponsord word).

Maar hiermee stopte het verhaal niet. Bij de instrumenten moesten geschikte, passende mondstukken gevonden worden. En dat bleek nog niet zo eenvoudig, omdat het klankideaal dat ik zo vind passen bij Bach totaal uit de mode is geraakt. Ik vond deze ouderwetse mondstukken (grote ‘kamer’ – kleine tipopening) in oude stoffige bakken her en der in (steeds schaarser wordende) saxofoonwinkels, of kocht ze via internet. Vele waren beschadigd of omgevormd tot moderne mondstukken. Om ze echt geschikt te krijgen voor bespeling heb ik veel hulp ondervonden van mondstukspecialist Marten Postma. Hij wist oude mondstukken te restaureren en andere te modelleren naar de kwalificaties van 1920, geruggesteund door zijn uitgebreide kennis van oude saxofoons. Zijn website sax.mpostma.nl biedt informatie over de natuurkundige inzichten die hij verkreeg over de werking van de saxofoon dank zij het opmeten van een groot aantal oude instrumenten. Ik ben hem veel dank verschuldigd.

Bij de voorbereiding op deze opname heb ik onmisbare lessen gehad van barokcellist Roel Dieltiens. Ik ben hem zeer erkentelijk.

Instrumentarium (voor saxofonisten of andere geïnteresseerden):

Suite 1
C-melody saxofoon (of tenorsaxofoon in C) Conn New Wonder Series I (1922), Conn Eagle mondstuk dat ooit gemoderniseerd is geweest, in oude staat hersteld door Marten Postma.

Suite 2
Tenorsaxofoon Selmer ‘Adolphe Sax’ (1932), Buescher True Tone mondstuk (ca. 1930), gerenoveerd door Marten Postma.

Suite 3
Sopraansaxofoon Yanagisawa Elimona (1991), Vandoren S27 mondstuk.

Suite 4
Altsaxofoon (of mezzosopraan) in F Conn (1928), custom made mondstuk door Marten Postma.

Suite 5
Rechte altsaxofoon Buescher True Tone (1927), Buescher mondstuk (ca. 1920).

Suite 6
Altsaxofoon Buffet-Crampon Prestige (1985), custom made mondstuk door Vandoren-specialist Jean-Paul Gauvin, op basis van een Selmer C**.

meer lezen

Geachte heer Bach,

Geachte heer Bach, In de afgelopen decennia heb ik, bij het bestuderen en bewerken van uw muziek, zoveel vragen verzameld dat ik, zou het mij vergund zijn om eens een middagje met u door te brengen, niet zou weten waar te beginnen.

Lees meer

About my teaching

I only started teaching when I was 47, following a request by the Royal Conservatoire The Hague. Until then, I had always considered myself too young to teach.

Lees meer

Strijkkwartet voor het hele gezin

In 2007 zag ik voor het eerst Pixar’s animatiefilm Ratatouille, waarin de Parijse rat Remy er in slaagt om de keuken van een bekroond restaurant over te nemen en succesvol te runnen.

Lees meer

Over arrangeren en hercomponeren

In Calefax wordt veel gediscussieerd. Dat begon al toen we nog maar net op het conservatorium zaten, als gymnasiastenclubje dat zich eigenlijk te goed voelde voor de Hbo-opleiding.

Lees meer

Bach Suites for saxophone

The path to this recording was long, windy and fascinating. It started with the awareness that the cello suites provide exceptional playing material for saxophonists.

Lees meer

Bach Suites voor saxofoon

De weg naar deze opname was lang, bochtig en interessant. Het begon vanuit het besef dat de suites zulk subliem speelmateriaal vormen voor saxofonisten.

Lees meer

Zingen in het toilet

Ergens in het najaar van 1997 stond ik te plassen in een urinoir. Naast me stond Frans Brüggen te plassen, in een ander urinoir.

Lees meer

Bach Partitas for saxophone

Even before I entered conservatory, it was clear there was one composer who stood head and shoulders above the rest: Johann Sebastian Bach.

Lees meer

Bach Partitas voor Saxofoon

Nog voordat ik naar het conservatorium werd het mij duidelijk dat er één componist was die boven alle andere verheven was: Johann Sebastian Bach.

Lees meer

Paganini plus

Paganini Plus is the follow-up of Paganini Caprices for Saxophone. This new collection I gathered and arranged in the last few years for performances with Hans Eijsackers.

Lees meer

Paganini plus

Paganini Plus is de opvolger van Paganini Caprices voor saxofoon. Deze nieuwe collectie heb ik de afgelopen jaren verzameld en gearrangeerd voor optredens met Hans Eijsackers.

Lees meer

deel