Reisverslag tournee Calefax in China

Reisverslag tournee Calefax in China

China kan alleen nog maar meevallen. De afgelopen maand heb ik zeker zes boeken gelezen over het land: het is er vies, de steden zijn er lelijk, de economie drijft op steekpenningen en een geheel eigen vorm van slavenarbeid en de mensen zijn er stug en onverstaanbaar. Ja, het eten zou er fantastisch zijn. Maar dan hopelijk anders dan bij de Nederlandse Chinees, want daar smaakt alles hetzelfde: zoutig.

In arme landen ben ik niet zo op mijn gemak. Mijn contact met de mensen ter plaatse wordt zo gekleurd door het verschil in welstand. Maar is China arm? Ik ben dol op reizen, zeker als muzikant, want dan kom ik ook wat brengen. We zullen van begin tot eind verzorgd worden, dat belooft wat. Het land van binnenuit ontdekken. Beetje Chinees leren van onze begeleider. Overal een warm welkom want wij komen als vrienden. De hotels in het reisschema heb ik alleen in mijn reisgids nog niet kunnen vinden.

Ik ben helemaal weg van een stukje Chinese muziek dat onze hoboïst Oliver heeft bewerkt voor de tour. Hij vond ook een uitvoering op Youtube. Lekker sentimenteel. Beetje stressen nu, zo vlak voor vertrek. Het regent emails: onderlinge kattebelletjes van de calefacieden en goede reiswensen van velen. Telefoon: mijn Duitse CD maatschappij belt. Ik heb met mijn Paganini solo-CD de Duitse Echo Klassik Award 2007 gewonnen. Klinkt heel belangrijk, dus ik tril van opwinding.

Ik heb nog een klein uur om een paar dingen te regelen. Mijn hoofd is nog wattig van het bericht over de Echo Award. Instrumentalist van het jaar 2007. Ik sta tussen grote namen: Maurizio Pollini, Julia Fischer, Mariss Janssons, Simon Rattle. Ik. Voor mijn sololoopbaan kan dit een grote verandering teweegbrengen, in elk geval in Duitsland. Als de Calefax-agenda het nog toelaat. 

Op Schiphol word ik gefeliciteerd door mijn Calefax-makkers. De fotograaf van de Volkskrant is er en we overleggen over het maken van een paar snapshots. Ik herinner me het mooie visum in mijn paspoort. Wacht. Ik duik in mijn saxkoffer en meteen weet ik: die ligt op de kopiëerplaat van mijn printer. Altijd verstandig om een kopietje mee te nemen. 

Bellen met thuis. Mijn vrouw heeft net de kinderen uit school gehaald. Natúúrlijk wil ze graag rond filetijd even naar Schiphol rijden. Vanuit Rotterdam. Met twee ruziënde jongens achterin. Ze komt net op tijd aan. Inmiddels heeft de mevrouw van de vluchtassistentie het grondpersoneel in staat van militaire paraatheid gebracht, want ze is er achter gekomen dat ik mijn bagage heb laten inchecken op goed vertrouwen en mijn paspoortkopie. Mijn zonen zijn in extase van de persfotograaf, die iedere beweging van de overdracht registreert. Nu worden ze beroemd.

Tourorganisator Wu Promotion heeft ons verzocht om ons repertoire aan te passen aan het vooralsnog beperkte incasseringsvermogen van het Chinese publiek. Korte allegro’s graag. Maar wij gaan de chinezen ook een stukje Debussy opdringen. Diens Pagodes zullen mooi aansluiten bij de Chinese muziek die we hebben gearrangeerd. Liedjes met prachtige titels: Maanlicht, weerkaatst in de tweede vijver en Kleine orchidee (over een lief meisje). De typisch Chinese glissando’s in ‘Maanlicht’ zijn lastig, dus ik oefen er ijverig op. Ik wil zo graag Chinees klinken. Stel je voor: een langzaam opruisend applaus nadat het publiek de eerste noten heeft herkend. Musicalsfeertje.
In de koffer enige kilo’s presentjes, waaronder een stapel Calefax T-shirts. Het textiel zal wel weer door Chinese kinderhandjes aan elkaar genaaid zijn. Met opdruk terugbezorgd dus eigenlijk.

De eerste dag is glorieus, ondanks de jetlag en dankzij gids Spencer. Spencer leidt ons door de verboden stad -die enorm is- en daarna stappen we in de bus voor Peking eend -die groots is. Spencer heet natuurlijk niet Spencer (veel chinezen hanteren een Engelse naam) maar als we deze sympathieke boeddhist vragen hoe hij echt heet zijn we toch heel tevreden met de naam Spencer.
De universiteitsaula van de Beijing University is niet vol. Omdat de vakantie net begonnen is – zegt onze tourbegeleidster Ni Na (voor- én achternaam). Al die korte stukjes doen het concert horten. Niks herkenningsapplaus bij ‘Maanlicht’. A lukewarm applause does not mean that the public has not enjoyed the performance – it is not a reflection on your performance but on local custom schreef Wu Promotion ons als voorbereiding op de tour. Alban’s Engelse aankondigingen lijken niet begrepen te worden. Ni Na vertaalt wat in de pauze hard uit de luidsprekers klinkt: geen mobiele telefoons, niet lopen, niet eten, geen applaus tijdens de muziek. Tegen het einde hoop ik maar dat een paar toegiften het concert nog wat champagne zullen geven, maar als we af willen lopen worden we furieus teruggewapperd door de zaalbaas. Achter ons staan vijf schattige meisjes met bloemen. Dag toegift. De volgende afgang is definitief. Buiten poept een vogel op mijn hoofd.

Spencer is op onze uitnodiging naar ons concert gekomen. Hij is verrukt van onze versie van ‘Maanlicht’. Hij is verder opvallend eerlijk over de lauwe reactie van ons publiek. Sommige stukken vindt hij ‘maybe too long’ en Alban’s Engels noemt hij ‘idiomatic’. Ik denk dat hij bedoelt dat het wat te ‘echt’ Engels is; niet aangepast aan de gemiddelde lidwoordloos driewoordzins Engels sprekende chinees. Zijn eigen Engels is trouwens perfect, afgezien van de gebruikelijke constante l/r-verwarring die een creatief oor vereist (concert whore = concert hall).
In Tianjin hebben we een aantal onderdelen van het concert ingekort en heeft Alban het aantal aankondigingen verminderd en ze gesimplificeerd. Alle stukken sluiten naadloos op elkaar aan. Bovendien hebben we nu te maken met een uitverkochte zaal vol Engelssprekende studenten. Wild gefluister bij de Chinese liedjes, onderdrukte kreten na elk van de drie(!) toegiften. Na afloop is er een stormloop op onze kleedkamer waar we nog een half uur handtekeningen zetten en met giebelende meisjes op de foto gaan. Zo zou het altijd moeten zijn.

Er zitten ongeveer vijfhonderd man in Hangzhou’s bioscoop. Maar met zo’n tweeduizend stoelen oogt dat toch wat triest. Tegen eventuele verveling heeft men een tombola georganiseerd in de pauze. Oliver mag het laatste lootje trekken, waarmee een stevige Chinese een nacht in ons hotel wint.

Mijn argwaan jegens Chinees eten (saai…) blijkt totaal ongegrond. De hele tour is ‘vol pension’; we krijgen driemaal daags (ook bij het ontbijt ja) een volledige warme maaltijd, met een caleidoscoop aan smaken. We weten alleen zelden wát we eten. De toelichting, met behulp van de vertaalzakjapanner, zorgt voor een levendige sfeer aan tafel. Die is rond met draaischijf. Niet te hard draaien! Da’s onbeleefd. Sommige gerechten beginnen we te herkennen. Een vaste waarde is de heerlijke met rijst gevulde lotuswortel. De lotus staat in China symbool voor succes: de momenteel overal prachtig in bloei staande bloem komt voort uit modderig water. Op onze fietstocht langs het in heel China beroemde ‘West Lake’, een pittoresk gebeuren van weids meer, eilandjes, pagodes, lotusvijvers, bruggetjes en draakbekopte boten, zien we ze soms hoog boven het water uittorenen. Op de markt vinden we ook eten. Maar geen van ons heeft trek in saté van op stokjes geprikte dikke larven, noch in schorpioensaté. Die leven zelfs nog. Eén van de culinaire hoogtepunten is de Hotpot: een bouillonfondue waarin je naar keuze vlees, noedels, tofu, paddestoelen of koolbladeren gooit, die daarna nog door een zelfgemengd sausje worden gesleept. Naast mij zit Yibi, die mij adviseert. Yibi eet zelf niet. Hij heeft al gegeten beweert hij. Hij ziet er eerder uit alsof hij al een maand niet gegeten heeft, maar zijn advies is goud waard. De pikante bouillon is goed te doen, totdat één van ons er een stukje sponsachtig tofu uit vist en opeet. Niet zozeer heet, maar extreem tintelend. Alsof er mieren onder de huid van je lippen rennen.

Jelte noemt tournees vakanties, wat we grappig vinden, maar het is waar dat we alle vijf genieten van touren. Om niet al te veel op elkaars lip te zitten, zijn we voornamelijk samen tijdens verplaatsingen, maaltijden, repetities en concerten. Ieder volgt verder zijn eigen programma, of in groepjes. Maar hier is de communicatie zo lastig dat we veel samen doen. Briefje mee met het reisdoel (en dat van het hotel natuurlijk)in Chinese karakters voor de taxichauffeur. China doet zijn best voor de toerist hoor. Natuurlijk met het oog op de naderende olympische spelen. Mooi ‘chinglish’ vind je overal, als je goed oplet.

Male toilet.

Food massage.

Please don’t worry if a fire is occuring our hotel has owned supenor facillities to ensure your transmitted safely.
En in de badkamer van het hotel vinden we de gekste dingen, zelfs een middeltje tegen HIV: via national population committee test, this article also can kill sperm. Knap staaltje! De gebruiksaanwijzing is helder: rub in cunt time after time.

Shanghai’s Oriental Art Centre is een ultramodern gebouw in de vorm van een bloem, opgetrokken uit glas. Elk van de ‘blaadjes’ bevat een zaal, bekleed met aan stalen kabels opgehangen gekleurde tegels. Als we aan komen rijden vinden we onszelf terug op een poster die zijn toch niet kleine voorgangers in grootte nog overtreft. De kamermuziekzaal is perfect van akoestiek en grootte. En bijna vol. We gebruiken een oude Calefax-truc: spelend opkomen via de publieksingangen. Het werkt. Het publiek is verrast en blijft tot het eind geboeid, klapt en roept om toegiften….die we natuurlijk graag geven. Aan de Amsterdamse Grachten gaat er in als hond.

In Shenzhen beleven we een persoonlijk hoogtepunt. De gehele zijgevel van het muziekcomplex is behangen met een met onze beeltenis bedrukt zeildoek dat de benaming ‘poster’ verre ontstijgt. We schatten het op 18 bij 12 meter. De concerten lopen inmiddels steeds geolieder. We spelen nu behalve Bendusi en Mozart ook Bach’s Goldbergvariaties uit het hoofd. Wat ik opmerkelijk vind is dat bij de barok (Bach, Rameau) de aandacht merkbaar verslapt. In Europa zijn dat onze hits. Verder vernemen we dat er mensen zijn die kaartjes kopen voor hun (voorbeeldige) kinderen maar zelf –om de kosten te drukken- buiten blijven. Bij alle deuren staan meisjes gewapend met laserlampje en lichtgevende borden met regels. Wie zich er niet aan houdt wordt bestraffend in de ogen geschenen. Alban kondigt aan dat we na afloop (demo-)CD’tjes uitdelen en dat veroorzaakt een (bepaald niet voorbeeldige) stormloop met vallende stapel CD’s. We delen weer handtekeningen uit (‘may I have your sick nature?’) en poseren voor foto’s. Er is ook een nieuwtje: voor de plaatselijke ‘wall of fame’ wordt van ieder van ons een handafdruk gemaakt. Direct na afloop ontvangen we per sms de felicitaties van Mijnheer Wu zelf.

meer lezen

Geachte heer Bach,

Geachte heer Bach, In de afgelopen decennia heb ik, bij het bestuderen en bewerken van uw muziek, zoveel vragen verzameld dat ik, zou het mij vergund zijn om eens een middagje met u door te brengen, niet zou weten waar te beginnen.

Lees meer

About my teaching

I only started teaching when I was 47, following a request by the Royal Conservatoire The Hague. Until then, I had always considered myself too young to teach.

Lees meer

Strijkkwartet voor het hele gezin

In 2007 zag ik voor het eerst Pixar’s animatiefilm Ratatouille, waarin de Parijse rat Remy er in slaagt om de keuken van een bekroond restaurant over te nemen en succesvol te runnen.

Lees meer

Over arrangeren en hercomponeren

In Calefax wordt veel gediscussieerd. Dat begon al toen we nog maar net op het conservatorium zaten, als gymnasiastenclubje dat zich eigenlijk te goed voelde voor de Hbo-opleiding.

Lees meer

Bach Suites for saxophone

The path to this recording was long, windy and fascinating. It started with the awareness that the cello suites provide exceptional playing material for saxophonists.

Lees meer

Bach Suites voor saxofoon

De weg naar deze opname was lang, bochtig en interessant. Het begon vanuit het besef dat de suites zulk subliem speelmateriaal vormen voor saxofonisten.

Lees meer

Zingen in het toilet

Ergens in het najaar van 1997 stond ik te plassen in een urinoir. Naast me stond Frans Brüggen te plassen, in een ander urinoir.

Lees meer

Bach Partitas for saxophone

Even before I entered conservatory, it was clear there was one composer who stood head and shoulders above the rest: Johann Sebastian Bach.

Lees meer

Bach Partitas voor Saxofoon

Nog voordat ik naar het conservatorium werd het mij duidelijk dat er één componist was die boven alle andere verheven was: Johann Sebastian Bach.

Lees meer

Paganini plus

Paganini Plus is the follow-up of Paganini Caprices for Saxophone. This new collection I gathered and arranged in the last few years for performances with Hans Eijsackers.

Lees meer

Paganini plus

Paganini Plus is de opvolger van Paganini Caprices voor saxofoon. Deze nieuwe collectie heb ik de afgelopen jaren verzameld en gearrangeerd voor optredens met Hans Eijsackers.

Lees meer

delen